zondag 20 februari 2011
Wandeling goudmijn Balashi, Franse Pas
Klaar voor vetrek wandeltocht: 06:50 uur in de ochtend!
Vandaag vroeg uit de veren en dat wel op zondagochtend. Maar voor een wandeling met Olinda Rasmijn van Stima Aruba is dit altijd de moeite waard. Zij weet zo ontzettend veel over de natuur. Geweldig. Stima Aruba betekent letterlijk "houden van Aruba" en de stichting zet zich dan ook in voor het behoud van de natuur op Aruba (flora en fauna). Zo is men ook tegen de aanleg van de meerbaanssnelweg die de regering wil gaan aanleggen.
Om 7 uur s ochtends was het verzamelen bij de goudmijnruïne van Balashi. Brenda, mijn schoonzus, en haar zoon Richenell liepen ook mee.
Zonsopgang bij Balashi
Op Aruba ontstond een ware goudkoorts nadat een herdersjongen in 1824 goud vond bij Rooi Fluit en Rooi Daimari aan de noordkust. Decennialang duurde de zoektocht naar het goud en bezorgde Aruba een enorme welvaartsboost. In eerste instantie werd het makkelijk winbare goud uit de grond gehaald. Later moesten de goudmaatschappijen meer moeite doen om het edele metaal boven de grond te krijgen. Er moesten gaten, putten, liften en schachten gegraven worden.
Aruba telde in die tijd twee goudsmelterijen: de goudsmelterij van Bushiribana en de goudsmelterij van Balashi. In de loop van de tijd zijn er verschillende exploitanten van de goudmijnen en de goudsmelterijen geweest. In sommige tijdvakken van de goudhandel extreem lucratief dan weer waren de kosten hoger dan de baten en moest er geld bij.
De goudindustrie op Aruba vond haar definitieve Waterloo kort na de eerste wereldoorlog. De mijnen waren sterk verouderd en er was een gebrek aan dynamiet en grondstoffen om het goud te zuiveren. Na de tweede wereldoorlog is nog een laatste niet succesvolle poging gedaan om de commerciële goudwinning op het Caribische eiland nieuw leven in te blazen.
Restanten van de goudmijnen zijn nog goed te zien bij Miralamar in het Arikok Natinaal Park, Bushiribana aan de noordkust en Balashi bij Spaan Lagoen.
De goudsmelterij van Balashi is in gebruik geweest van 1900 tot 1916. Bij de ruïnes zijn nog resten te zien van ketels, zuiveringskuipen, vuurovens en de pletmolen. Doordat de ruïnes weinig prioriteit hebben bij de Arubaanse overheid worden de restanten niet voorzien van informatiebordjes en raken ze bovendien steeds verder in verval. Daarom is het goed dat Stima Aruba bestaat.
Het is nu 10 uur en we zijn thuis van de wandeltocht. Nu hebben we nog een heerlijk lange dag voor ons. Sandro heeft dienst, maar vanmiddag ga ik met de kinderen naar de Children Parade in San Nicolaas. Het lange wachten in de zon wordt dan beloond met een kleurrijke optocht. Want, zoals ik al vaker heb gezegd, feesten kunnen ze hier op het eiland wel hoor.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten